Auteur Thijs Doorenbosch
Op 31 oktober heeft het OIZ-bestuur unaniem Vincent van den Berg van ChipSoft gekozen tot nieuwe bestuursvoorzitter. Die positie was vacant sinds Eddy van de Werken van Centric op 3 juli reglementair aftrad na drie termijnen. Vincent heeft ruime ervaring met het onafhankelijk voorzitterschap in een vergelijkbare functie bij IHE Nederland. Hij ziet het bouwen aan een betrokken community als een van de speerpunten voor het komend jaar.
Vincent van den Berg werd op donderdag 30 oktober nog gekozen tot nieuw bestuurslid, tijdens de Algemene Ledenvergadering. Vervolgens heeft het bestuur hem op vrijdag direct tot voorzitter van het bestuur benoemd. Hij neemt de hamer over van Peter Zwambach, die na het vertrek van Eddy van de Werken de rol tijdelijk op zich had genomen. “Misschien is dit mijn moment, is dit mijn roeping”, omschrijft Vincent zijn reactie toen hij de vacature onder ogen kreeg. Vervolgens moest hij ook het draagvlak polsen binnen ChipSoft, zekerheden vinden wat betreft rolzuiverheid tussen ChipSoft en OIZ, en nagaan hoe hij de tijdsdruk van de functie zou kunnen combineren met bestaande verplichtingen. “Je moet het wel echt kunnen waarmaken”, zegt hij vol overtuiging. Van ChipSoft kreeg hij expliciet de ruimte en steun voor het voorzitterschap. “Ik zit natuurlijk aan de Research & Development-afdeling van ChipSoft, waar deze functie ook goed bij past. Alle thema’s die nu landelijk spelen, zijn ook precies de thema’s die bij ChipSoft en bij de klanten leven, bijvoorbeeld rondom interoperabiliteit.” Vincent besloot wel dat hij deze nieuwe rol niet kon combineren met het voorzitterschap bij IHE Nederland. Hij draagt die functie nu dan ook over, hoewel hij wel actief blijft in het bestuur.
Wat zie je als belangrijkste uitdaging als OIZ-voorzitter? “De grootste uitdaging – en tegelijk de mooiste kans – is om als leveranciers gezamenlijk meer onze stem te laten horen. We hebben zoveel kennis en ervaring in huis om de zorg verder te helpen met digitale innovaties. Ik vind het belangrijk dat we die kracht nóg beter laten zien en actief meedenken over de richting die we met zorg en ICT op willen gaan. Als we dat als OIZ goed doen, kunnen we echt waarde toevoegen aan de ontwikkeling van de sector.”
Wat is ervoor nodig om daar invulling aan te kunnen geven? “Je hebt daarvoor een hechte community nodig, waardoor je als leveranciers met één stem spreekt. Je hebt een gezamenlijke stip op de horizon nodig zodat die stem ook terugklinkt in verschillende organisaties.”
Moet de OIZ-organisatie daarvoor veranderen? “Het is heel goed dat de organisatie vier keer per jaar bij elkaar komt voor een ALV. Maar voor een hechte samenwerking is het nodig dat je in subgroepjes vaker fysiek of online bij elkaar komt. Er moet een ritme in komen dat tot nog toe ontbreekt. Zo’n samenwerking zorgt ervoor dat we niet één
iemand afvaardigen naar overlegtafels, maar dat diegene echt spreekt namens een achterban waarbinnen die onderwerpen vooraf zijn afgestemd. Dat vergt een cultuurverandering.”
Er is nu al overleg via Basecamp. Waarom werkt dat in jouw ogen niet voldoende? Basecamp is een traditioneel forum waar je stukken met elkaar kunt delen en waarop iedereen kan reageren. Ik denk dat veel leden die zich hebben geabonneerd, vinden dat ze te veel informatie over zich heen krijgen. Wanneer er regelmatig bijeenkomsten zijn over een onderwerp, is er ruimte voor wat meer passieve leden om laagdrempelig aan te haken. Dan hoef je niet gelijk diep in de bestuursstukken te duiken, maar raak je wel betrokken door gewoon eens mee te luisteren naar de bevlogen kartrekkers in zo’n community.”
Bij sommige leden leeft de vraag hoe ChipSoft als grote IT-leverancier zorgt voor een evenwichtige rol binnen OIZ. Hoe kijk jij daarnaar? “Het is goed dat mensen daar kritisch naar kijken, dat houdt ons scherp. Veel leden kennen mijn manier van werken al vanuit eerdere overleggen, bijvoorbeeld bij de NEN of IHE. Ik geloof in openheid: gewoon zeggen wat je bedoelt en luisteren naar elkaar. Zo ontdek je vaak dat de verschillen kleiner zijn dan ze lijken. Binnen OIZ zie ik onze rol niet als iets om invloed mee uit te oefenen, maar juist om kennis te delen en samen verder te komen. Dat is ook precies waarom we al zo lang actief zijn binnen OIZ.”
OIZ werkt steeds intensiever samen met NedXis, onder meer om via SILIZO in gesprek te kunnen gaan met het ministerie van VWS. Hoe zie je die samenwerking verder ontwikkelen? “SILIZO heeft eigenlijk twee rollen. Het is het aanspreekpunt voor VWS namens de ICT-leveranciers zowel voor de eerstelijnszorg als de andere sectoren. Daarnaast is het een middel voor de samenwerking tussen OIZ en NedXis en daar hecht ik veel waarde aan. Je wilt niet dat bijvoorbeeld NedXis veel ervaring heeft met een onderwerp binnen de eerstelijnszorg en dat de andere sectoren dat op een andere manier gaan doen. Vervolgens vragen sommigen zich af of het dan niet beter is om te fuseren. Ik denk dat een fusie geen doel moet zijn. Het doel is dat twee verenigingen heel goed samenwerken. Daaruit kan na verloop van tijd op een natuurlijke manier een fusie voortvloeien. Fusieprocessen kunnen energie geven, maar ook heel veel afleiding. Dat kunnen we nu niet gebruiken.”
Wat is je eerste actie als bestuursvoorzitter? “Ik denk dat het goed is om als eerste vertrouwen en draagvlak te creëren. Dat is het belangrijkste. Ik hoop dat dit interview daaraan bijdraagt. Daarnaast ga ik werken aan de structuur zodat het bestuur en de achterban echt een geheel vormen. Uiteindelijk wil je natuurlijk dat het bestuur de community faciliteert en op de achtergrond vooral ondersteunend optreedt.”